Kinderen vertellen niet altijd uit zichzelf over hun zorgen en problemen. Maar uit hun gedrag merkt u dat uw kind zich niet echt prettig voelt.
Hoe kan zich dat bijvoorbeeld uiten:
- Gevoelens: als kinderen erg bang, boos of verdrietig zijn. Of als het niet meer lukt om zich blij te voelen, bijvoorbeeld na een scheiding of overlijden. Lichamelijke klachten zoals buikpijn, hoofdpijn, jeuk of tandenknarsen kunnen wijzen op onderdrukte gevoelens.
- Gedachten: als kinderen denken “ik kan het toch niet” , “ik ben waardeloos”, “het is mijn schuld”, of “ik krijg altijd de schuld” of “niemand vindt mij aardig”. Of als kinderen vragen hebben of worstelen met vraagstukken zoals, “wie ben ik” en “welke mogelijkheden heb ik” en “wat is de zin van het leven”.
- Gedrag: als kinderen heel erg boos worden als iets niet lukt, zich terugtrekken, moeite hebben met contact maken, zichzelf of anderen pijn doen, zich niet kunnen concentreren.
- Gezin en omgeving: als problemen in het gezin nauw samen lijken te hangen met het probleem van het kind. Of de situatie waarin een kind leeft of de omstandigheden waar het kind mee te maken heeft, zoals scheiding of verhuizing.
- Ontwikkeling: een kind is nog volop in ontwikkeling. Hier kunnen vragen of zorgen uit voortvloeien zoals, eet-, slaap- of zindelijkheidsproblemen. Naast leerproblemen, kunnen taal en spraakproblemen de kop opsteken. Motoriek kan een struikelblok zijn of worden maar ook hechtingsproblematiek kan zich voordoen.